Mediawetten rond de case Brussel

By Redactie

By Redactie

[mks_dropcap style=”letter” size=”48″ bg_color=”#ffffff” txt_color=”#000000″]I[/mks_dropcap]n de chaotische uren na de aanslagen in Brussel vlogen ons de liveblogs, nieuwsupdates en tweets om de oren. Bij een dergelijke ramp willen de media de lezers, kijkers en luisteraars zo snel mogelijk op de hoogte brengen van wat er is gebeurd. In deze hectiek is er, wellicht niet eens bewust, een soort wedstrijd gaande tussen alle media: iedereen wil als eerste met breaking news komen.

Het is op dit soort momenten dat journalistieke wetten, niet in de laatste plaats hoor en wederhoor, voor het gemak even worden vergeten. Elk bericht wordt meteen opgepikt en de scheidslijn tussen geruchten en feiten vervaagt snel – zie ook ons artikel over breaking news en journalistieke routine gisteren. Om die reden bood de dag van gisteren een bijzonder interessante kijk in de keuken van de journalistiek.

Zo kwam Peter Burger, gepromoveerd op hoaxen en docent Bronnenonderzoek aan de Universiteit Leiden, gistermiddag met een waarschuwing voor alle mensen die gisteren het nieuws probeerden te volgen. Hij wees er fijntjes op dat de media in de hectiek na gebeurtenissen als die van gisteren, het bijna altijd verkeerd hebben. In zijn tweet wees hij op een paar bekende fouten die media regelmatig maken in de verslaggeving na rampen als die van gisteren.

  1. Direct na een aanslag hebben alle media het bij het verkeerde eind

Vanochtend ging het gerucht dat er bij metrostation Kunstwet een bom ontploft zou zijn; dit bleek achteraf niet waar. Het is inderdaad zo dat in de chaos snel geruchten voor waar worden aangenomen, zonder dat duidelijk is waarop deze geruchten zijn gebaseerd.

  1. Lokale, niet-anonieme en geverifieerde bronnen bieden vaak betere informatie

Een blik op het liveblog van de Volkskrant laat zien dat er inderdaad bijzonder veel Belgische bronnen worden aangehaald – terecht, want puur logistiek gezien zijn deze media veel beter in staat veel personeel op locatie te verzamelen dan andere media.

  1. Focus op consistente nieuwsberichten, die door meerdere bronnen worden gebracht

Hoe meer media een bepaald bericht brengen, des te groter de kans dat er ergens iemand de moeite heeft genomen een bron na te bellen of dat een bericht afkomstig is uit meerdere onafhankelijke bronnen.

  1. Hoe emotioneler een bericht is, des te lager is de betrouwbaarheid ervan

Deze spreekt voor zich: journalistiek hoort zich aan de feiten te houden. Zodra dat niet het geval is, is de kans groot dat ook andere journalistieke regels worden geschonden.

  1. Let niet op politici

Hoe triest het ook is, bij dit soort rampen proberen politici toch altijd hun eigen punten op de agenda te zetten. Zo kwam Geert Wilders kort na de aanslagen al met een oproep om de grenzen te sluiten.

Een tweede interessante bevinding na vandaag, is dat politici snel wijzen naar beveiligde communicatiekanalen: zo zou de (te goede) versleuteling van communicatie er de oorzaak voor zijn dat berichten van terroristen onder elkaar niet kunnen worden opgespoord. Blog techdirt wijst er op dat er nog niets bekend is over de rol van versleutelde berichten in de aanloop naar deze aanslagen, dus is het veel te vroeg voor dit soort conclusies.

  1. Check de achtergrond van zogenaamde ‘experts’

Wie bijvoorbeeld wel eens goed naar Beatrice de Graaf heeft geluisterd, weet dat zij zich altijd zeer terughoudend opstelt bij het doen van stellige uitspraken na dit soort gebeurtenissen. Mensen die meteen beweren alle details van dit soort aanslagen te kennen, zijn vaak mensen met een iets te groot ego die het interessant vinden om met een stalen gezicht geruchten te herhalen of op los zand gebouwde analyses te geven – leuk om naar te kijken, en tot op zekere hoogte misschien ook nuttig om mensen gerust te stellen, maar geen goed fundament voor een grondige analyse.

  1. Pas op voor de volgende woorden:a) mastermind

Weliswaar achteraf, maar wel een bewijs dat dit woord graag wordt gebruikt in verband met terrorisme: Saleh Abdeslam wordt in de media vaak genoemd als de ‘mastermind’ achter de aanvallen in Parijs.

b) sophisticated

c) unprecedented

Inderdaad had de burgemeester van Brussel het na de aanslagen over “an unprecedented murderous violence”.

  1. Hele groepen en godsdiensten krijgen de schuld

Zie Wilders. Daarmee is waarschijnlijk alles wel gezegd.

  1. en 10. Vermijd impulsief retweeten en wees geduldig

Twitter niet impulsief en wees geduldig: deze twee punten liggen bij iedereen zelf. De geschiedenis laat zien dat het vaak een hele tijd duurt totdat de daadwerkelijke gang van zaken, bij dit soort onoverzichtelijke rampen, bekend is. We zullen dus nog even moeten afwachten voor we weten wat er exact is gebeurd – dat was ook bij de aanslagen in Parijs het geval.

De aanslagen in Brussel zijn verschrikkelijk en de reflex van de media is niet alleen begrijpelijk, maar op een bepaalde manier voldoet hij wellicht ook aan een behoefte. Toch is het goed om erbij stil te staan dat op zulke dagen vrijwel alles wat de media brengen met een korreltje zout genomen moet worden. Op die manier kan niet alle onnodige hysterie worden voorkomen, maar ook foutieve beschuldigingen en onterechte conclusies.

Zien hoe valse geruchten tijdens de London Riots in 2011 worden bedacht, verspreid en uiteindelijk weerlegd? Kijk dan eens naar deze grafische weergave van The Guardian. 

Join Our Newsletter

New on Medium

Follow us

Google Workspace Google Workspace prijzen Google Workspace migratie Google Workspace Google Workspace